”Ik deed het ook een beetje voor mijn vader…”

Jan Willem Engelen

Zorgvuldig, aandachtig luisterend en met een scherp oog voor detail. Zo bereidde Marianne deze dagen het afscheid van haar vader voor. Zomaar was hij uit haar leven weggegleden. De dag van de uitvaart naderde en ik vroeg aan Marianne of ze toch nog iets wilde vertellen over haar vader. “Zo graag, maar ik kan het niet”, zei ze. Ervan uitgaande dat op zo’n moment emoties haar teveel zouden worden, bood ik aan om haar verhaal eventueel voor te lezen. En toen kwamen de tranen. “Weet u, ik kan niet goed lezen en schrijven.”

Het was een antwoord dat ik niet had verwacht. Even was de aandacht niet meer bij haar vader. Ze vertelde dat bijna niemand het wist. Ze had geleerd er in het dagelijks leven mee om te gaan; bij het boodschappen doen onthield ze de afbeeldingen op de verpakking. Ja, haar vader wist het wel, ze voelde zich door hem gesteund. En nu is hij er niet meer…

De echte Sinterklaas
Het gesprek kwam weer op haar vader. Ontelbare herinneringen had ze aan hem. Het bracht een lach op haar gezicht. Hoe hij op Sinterklaasavond de deur uitging, omdat hij naar zijn bedrijf moest. Dat ze op die avond tegen Sinterklaas zei dat haar vader heel erg hard werkte. Veel later kwam ze erachter: die Sinterklaas… dat was haar vader. “Zullen we van die al die herinneringen een verhaal maken?”, vroeg ik aan Marianne. En zo mocht ik namens haar die herinneringen delen bij de uitvaartplechtigheid.

Niet alleen
Ik wist iets van de Stichting Lezen en Schrijven. Een stichting die laaggeletterdheid wil voorkomen en verminderen. Daags na de uitvaart vertelde ik haar daarover. Ze was beslist niet de enige, nee, zelfs een van velen. Met verbazing en met een onderdrukt enthousiasme luisterde ze. Het zal een half jaar later zijn geweest dat ze belde en zei dat ze contact had gezocht met de stichting.

Een eigen verhaal
“Ik weet niet of u mij nog kent.” Zo meldde Marianne zich onlangs aan de telefoon. Ik wist het nog goed en nu moest zij de uitvaart van haar moeder voorbereiden. “Ik heb een klein verhaaltje geschreven”, zei ze later die ochtend. En opnieuw was daar de dag van de uitvaart. “Blijft u een beetje bij mij in de buurt staan als ik wat ga zeggen?”, vroeg ze vlak voor het binnengaan in de aula.
Ze hield de lessenaar stevig vast, keek even mijn kant op. Zonder dat anderen het konden opmerken stak ik mijn duim op en met ontroering luisterde ik naar de herinneringen.

“Ik deed het ook een beetje voor mijn vader”, zei ze bij de condoleance.
Met een veelbetekenend blik keek Marianne omhoog en hief het glas. “Op jou, pap.”

Delen

 

Terug